Chit Jyoti

Het is een onmogelijke opgave om te proberen om Jyoti in een paar zinnen te beschrijven zoals ik hem ken, maar misschien kan ik, door iets over zijn levensloop te vertellen, de mens Jyoti wat dichterbij brengen. In elk geval toont zijn verhaal aan, dat moeilijkheden en inconsistenties geen werkelijke belemmering vormen op de weg naar verlichting.

 Chit Jyoti (Harbert van der Wal) werd in 1957 geboren als derde van vier kinderen. Wanneer je zijn openheid, directheid en levensenergie aan den lijve ondervindt, zal je geneigd zijn te denken dat hij altijd zo geweest is en dat hij een zorgeloze jeugd had. Maar zo was het niet: vanaf zijn jongste jaren ervoer hij diepe gevoelens van onzekerheid, schaamte en minderwaardigheid, en miste hij het vermogen contact met anderen aan te gaan. Buiten de klas ging hij niet om met leeftijdgenoten, en vriendschappen heeft hij in zijn jeugd niet gekend – hij voelde zich altijd en overal buitenstaander. Dat het slecht met hem ging mocht echter niemand weten; het was iets dat hij zelf moest zien op te lossen. Doordat hij goed kon leren, zag het er aan de buitenkant heel anders uit; hij kon de schijn ophouden dat het goed met hem ging. In zekere zin vormde het leren voor hem een reddingslijn: het was een bron van plezier en hij ontwikkelde er een zekere vorm van zelfvertrouwen door.

Na zijn middelbare schooltijd studeerde hij tot zijn dertigste; eerst economie en filosofie, daarna psychologie. Zijn studie bekostigde hij door in de avonduren te werken. Buiten werk en studie waren zijn eerste jaren ‘op kamers’ rampzalig en chaotisch: zo leefde hij in een sociaal isolement, raakte hij gokverslaafd, werd hij driemaal uit zijn huis gezet omdat hij niet met geld wist om te gaan en geen rekeningen betaalde… Hij voelde zich diep ongelukkig en eenzaam en toch – tegen zijn eigen overtuigingen en verwachtingen in, ontwikkelde hij zich in die periode geleidelijk tot een ‘normaal’ mens, tot iemand die in staat was vriendschappen op te bouwen en relaties aan te gaan. Maar zelfs toen het in die zin goed met hem ging, bleef hij het gevoel houden dat dit niet ‘echt’ was – dat hij alleen maar geleerd had hoe hij moest ‘meespelen’, en dat er nog steeds iets fundamenteel niet in orde was. Het was echter niet langer een alles overheersend thema, maar meer een sluimerende onrust.

Haaks op die innerlijke onzekerheid stond zijn rebelse geest, zijn weerzin tegen benauwende conventies en ontwikkelde hij de gewoonte, radicaal met alles en iedereen te breken, wat als onecht aanvoelde. Het werd bijna een vaardigheid, telkens weer helemaal opnieuw te kunnen beginnen – zowel in zijn sociale leven als in zijn beroepsmatige activiteiten.

Het enige wat al die breuken en veranderingen heeft doorstaan, was de relatie met zijn latere vrouw, Satya, met wie hij, op het moment dat ik dit schrijf, inmiddels 29 jaar gelukkig getrouwd is.

Toen een vriend hem grote problemen in zijn bedrijf had, bood Jyoti hem zijn hulp aan. Van het een kwam het ander, en zo werd hij bedrijfsadviseur. In deze rol raakte hij steeds meer geïnteresseerd in ‘de moeiteloosheid van leren en presteren’. Als sporttrainer trachtte hij ‘de wetten van het leren’ te doorgronden. Dit maakte dat hij een omslag maakte van adviseren naar coachen. Als coach ontwikkelde hij vervolgens een op zijn inzichten en ervaringen gestoelde trainings- en coachmethode, die hij ‘moeiteloos leren en presteren’ noemde. Deze kon hij in zijn latere professionele rollen, die van bondscoach, mentor en opleider, toepassen en verder verfijnen.

Feedback als: ‘je brengt de mensen in flow’ en ‘je hebt een boeddhistische aanpak’ wekten Jyoti’s interesse in spiritualiteit. Hij vond een spiritueel lerares (Pyar), en vrij snel werd duidelijk dat het tijd werd om de onvatbare, sluimerende onrust, die nog steeds aanwezig was, onder ogen te zien en te onderzoeken. Hier kwamen zijn professionele en zijn persoonlijke zoektocht voor het eerst bij elkaar. En hij ontdekte dat de ‘wetten van het leren’ zoals hij die had mogen leren kennen weliswaar raakten aan eeuwenoude spirituele waarheden, maar dat hij nog veel dieper kon gaan – en dat hij daarvoor eerst en vooral een veel fundamenteler inzicht moest krijgen in zichzelf, zijn blinde vlekken en in de bron van zijn onrust.

Middenin dat onderzoek, en op het hoogtepunt van een diepgaand conflict met een collega, kwam hij Byron Katie’s boek “Loving what is” tegen. Het lezen van dit boek had de uitwerking van een innerlijke atoomexplosie: het bracht een kettingreactie teweeg die het gehele kaartenhuis aan concepten en overtuigingen deed instorten. Dit voelde als een grote, fundamentele bevrijding. Het conflict dat een dag tevoren nog zijn leven domineerde, was in het niets opgelost. En de kettingreactie ging verder. In de loop van de daaropvolgende twee jaren maakte dit proces dat hij, zoals hij het zelf omschrijft, de vaardigheid om te lijden verloor. Er is zijn geen toekomstverwachtingen meer, aan het verleden wordt niet langer vastgehouden; gedachten als ‘had moeten’ of ‘zou moeten’ komen eenvoudigweg niet meer. Met zijn ontwaken in 2012 is de aan de zoektocht van Jyoti een einde gekomen.

Tegenwoordig is Jyoti actief als spiritueel leraar, dit in zijn eigen praktijk en meditatieruimte, beide in het centrum van Amsterdam, en in het centrum (Au coeur du Silence – In het Hart der Stilte) dat hij samen met zijn vrouw heeft gerealiseerd in Binarville, in het noorden van Frankrijk.

Door zijn aanwezigheid – integer, helder en hartelijk, met zijn frisse en humoristische spontaniteit en in al zijn lichtvoetigheid vormt Jyoti altijd een helder baken voor zijn gesprekspartners. Hij ontmoet hen in liefdevolle acceptatie en stelt tegelijk uiterst scherpe en diepgravende vragen, die het leren herkennen en ervaren van de eigen natuur ondersteunen.

In de voorbije tien jaren heb ik met Jyoti alleen maar positieve ervaringen gehad, die ik in één zin kan uitdrukken: ik kom in mezelf tot rust en ik ervaar een steeds levendiger contact met mijn eigen diepte en vreugde.
Nataraj